Kritische vragen over faillissement NASA in de gemeenteraad

In de eerste vergadering van de Commissie Kunst, Sport en Zorg na de zomer, stelde CDA-raadslid Marijke Shasavari vragen over de positieve beoordeling van de aanvraag van New Art Space Amsterdam (NASA), terwijl vier maanden na de start van het kunstenplan bleek dat er bij deze instelling grote financiële problemen waren. Marja Ruigrok van de VVD sloot zich bij haar aan en wilde daarnaast graag van de wethouder weten hoe zij de toekomst zag van het pand waar NASA in gevestigd was, het voormalig Pathologisch Anatomisch Laboratorium, dat de bestemming broedplaats heeft gekregen. Tevens vroeg zij op welke wijze besloten zou worden over de besteding van de vrijgevallen gelden. GroenLinks en de PvdA benadrukten dat zij het erg jammer vonden, dat NASA failliet is gegaan en zij vroegen zich af of er ook schulden waren in het kader van het broedplaatsenprogramma.

De algemeen secretaris van de kunstraad vertelde dat zij in opdracht van de voorzitter van de AKr werkt aan een intern onderzoek naar de behandeling van de aanvraag van NASA. Wat wist de kunstraad, wat had de kunstraad kunnen weten en welke lessen vallen hieruit te trekken voor de toekomst? Haar voorlopige conclusie luidt dat de huurachterstand en de omvangrijke belastingschuld niet terug te vinden waren in de informatie die de kunstraad onder ogen heeft gekregen. ‘Op grond van de beschikbare informatie heeft de kunstraad een zeer goed te verdedigen advies gegeven. NASA vervulde een belangrijke functie in het culturele veld en wist daarvoor een jong publiek te interesseren. De aanvraag had, mede door de samenwerking met het NIMK, een hoge artistieke kwaliteit en meerwaarde.’

De wethouder heeft zelf ook een onderzoek in gang gezet. Zij zal de broedplaatsen en de huurafspraken rond het pand bij haar onderzoek betrekken. Ook benadrukte Carolien Gehrels dat er ten gevolge van de landelijke bezuinigingen meer instellingen in het kunstenplan zijn die het moeilijk hebben. Over deze zogeheten ‘aandachtsdossiers’ zal zij de raad in oktober informeren. Het geld dat vrijvalt, doordat instellingen niet tegemoet kunnen komen aan de verwachtingen, zal conform de afgesproken procedure worden besteed binnen het kunstenplan. Dat wil zeggen op basis van een advies van de Amsterdamse Kunstraad.